Jacqueline al 40 jaar in dienst bij Beweging 3.0

Jacqueline al 40 jaar bij Beweging 3.0

Jacqueline Kuil - Bloemendal werd 58 jaar geleden geboren en groeide op in Amersfoort en Hoogland. Al vanaf jongs af aan vond zij het leuk om voor andere te zorgen. Ze paste graag op de kleinere kinderen in haar buurt. Na de huishoudschool wist Jacqueline het zeker: ze wilde naar Harderwijk om aan het Middelbaar Sociaal Pedagogisch Onderwijs de opleiding gezinsverzorging te volgen. Na een tijdje moest Jacqueline, woonachtig in Hoogland, stage gaan lopen. ,,Ze vroegen aan mij: Waar ligt dat, Hoogland? Ik zei dat het tussen Bunschoten en Amersfoort lag. Toen zeiden ze dat ik maar moest gaan stage lopen in Bunschoten. Ik dacht 'O nee, alsjeblieft, dat wil ik niet.' Maar het gebeurde wel. En uiteindelijk beviel het me best goed."

Na haar opleiding, die twee jaar duurde, wilde Jacqueline wel blijven werken in Bunschoten bij Christelijk Maatschappelijk Werk en Gezinsverzorging (CMG), ze had daar haar draai gevonden. ,,Destijds mocht je alleen maar werken in de plaats waar je woonde, dus dat was wel een probleem. Ik ben toen eerst vakantiewerk gaan doen, dat mocht wel. Na een tijdje kreeg ik een brief dat ik toch naar Bunschoten moest gaan verhuizen als ik er wilde blijven werken.” De toen 20-jarige kreeg een kamer boven de schoenenwinkel aan de Dorpsstraat. ,,De ruimte boven de schoenenwinkel werd gehuurd aan de stichting CMG. We zaten er met z’n drieën.” Zo begon Jacqueline haar loopbaan veertig jaar geleden. ,,En ik ben altijd hier gebleven”.

Veranderingen

Toen Jacqueline veertig jaar geleden begon, heette de stichting waar ze voor begon CMG. ,,Dat zat toentertijd boven de bingo, waar nu de Action zit. Daarna zijn we verhuisd naar de Ziel, daarna naar het wijkgebouw en nu zitten we alweer een aantal jaren in Scala Medica.” De stichting kreeg verschillende namen, maar Jacqueline bleef het bedrijf trouw. CMG werd Noord Oost Utrecht, toen Stichting Eemland, toen Amand en sindsdien heet het Beweging 3.0. ,,De naam, de functie en het beroep veranderden, maar ik bleef.”

De naam, de functie en het beroep veranderden, maar ik bleef.

De functie gezinsverzorgende bestaat momenteel niet meer. ,,Als gezinsverzorgende kwam je bij de mensen thuis, bijvoorbeeld als de moeder in het ziekenhuis lag of als zij ziek was. Je probeerde op jouw manier het gezin draaiend te houden, met alles wat erbij kwam. De kinderen naar zwemles brengen, boodschappen doen, het eten koken en zorgen dat het huis opgeruimd was. Aan het begin was ik de hele dag in een gezin en was daar soms wel een aantal weken. Maar ik kreeg per gezin steeds minder uren. Soms moest ik naar twee gezinnen op een dag. In de beginjaren leek het wel alsof ik kraamverzorgster was, want ik had veel gezinnen met pasgeboren baby’s. Nu kom ik nog steeds bij mensen thuis, maar help ik alleen de persoon die hulpbehoevend is. Dat zijn met name oudere cliënten.  Ik hou niet meer het hele huis draaiende.”

Na een tijdje is ze getrouwd met een Soester. ,,Ik korfbalde en ik ontmoette hem daar. Maar toen liepen we weer tegen hetzelfde probleem aan, dat je moet werken in je eigen woonplaats. De man van een cliënt die ik op dat moment behandelde, wilde ons wel helpen en belde het arbeidsbureau. Hij kreeg te horen dat werken buiten je woonplaats geen reden meer is tot ontslag, dat was al een achterhaalde regel. Toen is mijn man naar Bunschoten toe verhuisd en zijn we hier altijd gebleven. Eerst twijfelde hij wel hoor, of hij hier wilde wonen. Maar uiteindelijk was het op zaterdag een kibbelingetje halen, rondje rond de haven lopen en dan was het net vakantie in eigen dorp”, herinnert ze zich. Haar man is inmiddels overleden. ,,Hij wilde hier ook nooit meer weg.”

Veelzijdigheid

Nadat de doelgroep van Jacqueline er anders uit ging zien, begon ook het werk te veranderen. ,,Het was niet alleen meer huishoudelijk werk, maar er kwam ook een stukje verzorging bij. Dat was wel even schakelen natuurlijk en bij mezelf nagaan of ik dat echt wel wilde. Maar omdat ik vroeger altijd al zei dat  ik verpleegkundige wilde worden, wilde ik er wel voor gaan. En ik ben enorm blij dat ik deze keus destijds heb gemaakt. Er zijn veel verschillende soorten mensen bij wie ik thuis kom, de één help ik op weg naar zelfstandigheid. De ander verzorg in de laatste dagen van hun leven. Die veelzijdigheid is mooi, dat zien veel mensen lang niet altijd. In de loop der tijd is het stukje huishoudelijk werk helemaal weggevallen.”

Verzorgende

De functie die ze op dit moment uitvoert heet verzorgende. ,,Dat houdt in dat ik mensen ondersteun bij douchen, wassen, aankleden, medicatie aanreiken, steunkousen aan of uit krijgen, en mensen in of uit bed helpen. Maar het belangrijkste vind ik eigenlijk dat ik een luisterend oor kan bieden, dat is soms zoveel meer waard dan dat andere allemaal bij elkaar. Helaas is daar niet meer altijd tijd voor, maar ik probeer wel altijd naar de mensen te luisteren.

Ik trek altijd mijn jas uit en ga zitten. Vroeger had je veel meer tijd, dan kreeg je bijvoorbeeld een uur om een cliënt te douchen. Dat is tegenwoordig nog maar een half uur.” Om verzorgende te mogen zijn, heeft Jacqueline aanvullende cursussen moeten doen, allemaal binnen het bedrijf. Nadenkend voegt ze toe: ,,Maar weet je wat eigenlijk het allerbelangrijkste is: goedemorgen tegen iemand kunnen zeggen. Of welterusten. Er zijn mensen die alleen ons zien, voor hen is dat al zoveel waard. Mensen denken vaak dat er in Bunschoten geen eenzaamheid is, maar dat is er echt wel. Natuurlijk zijn er ook veel mensen met een grote kring, maar dat geldt lang niet voor iedereen.”

Maar weet je wat eigenlijk het allerbelangrijkste is: goedemorgen tegen iemand kunnen zeggen. Of welterusten. Er zijn mensen die alleen ons zien, voor hen is dat al zoveel waard.

Onvergetelijk

Op de vraag wat voor Jacqueline onvergetelijke momenten waren, kan ze niet gelijk één ding benoemen. ,,Er waren zoveel mooie momenten, maar ook verdrietige. Ik heb diverse mensen gevonden die overleden zijn, dat vergeet je nooit. Ik schakel dan gelijk over op handelen en doe wat ik denk wat ik moet doen. De eerste keer was ik wel van slag natuurlijk. Maar de keren daarna ga je gewoon door. Hoe verdrietig het ook is, want met sommige mensen heb je een band opgebouwd.”

De mooie, dankbare momenten overheersen bij de zorgmedewerker in hart en nieren. ,,Er is een leuk moment dat me altijd is bijgebleven. Ik was een meneer aan het douchen, en de douchekop hing op de kraan. Opeens schoot de douchekop eraf en spoot het water alle kanten op. ik was kletsnat. De meneer keek me aan en zei: ‘Ach kind, ik zet je straks in het zonnetje, dan kun je drogen. En van mijn vrouw krijg je een bakkie koffie en droge kleren.’ Weet je, dit is misschien wel twintig jaar geleden, maar ik ben het nooit vergeten,” glimlacht ze.

De coronatijd was ook een onvergetelijke periode voor Jacqueline. ,,Ik heb natuurlijk dag in, dag uit, heel dankbaar werk. Maar in die tijd bleek dat des te meer. Op een gegeven moment mochten mensen geen bezoek meer ontvangen. Wij als thuiszorg waren de enigen die binnen mochten komen. Natuurlijk wel met een mondkapje op. Die eenzame mensen gingen me echt aan het hart. En dan hoorde je op het journaal dat de jongeren zo eenzaam waren, terwijl ze allemaal nog stiekem op het schoolplein stonden. De oudere mensen, die zaten daadwerkelijk achter de geraniums. Mijn werk voelde op dat moment nog betekenisvoller. Ik vond het fijn dat ik dit toch nog kon doen.” Vanwege haar beroep mocht Jacqueline tijdens de avondklok gewoon over straat. ,,Het was heel bijzonder om dan bijna in je eentje over de straat te fietsen. Ik ben nooit aangehouden, een collega van mij wel.”

Klederdracht

Hoewel ze geen Spakenburger is, kan ze de mensen in klederdracht verbazen. ,,Als ik dan bij iemand thuis kwam in klederdracht, hoorde ik ze zeggen: ‘Oh moet jij me aantrekken?’ Maar ik zei dan: ‘Laat die vreemde haar gang maar gaan’. En vaak na de tijd vroegen ze wanneer ik weer kwam. We hebben ook een keer gehad dat een collega iemand in klederdracht wilde aankleden. Die mevrouw had gezegd dat ze mij maar moest bellen, want ik moest de ‘kuuf opstrieken’. M’n collega kon het niet netjes genoeg en ze moest op verjaardag. Ik kwam lachend binnen en zei dan grappend: ‘Moet een vreemde je kuuf opstrieken?’. Ik vond de klederdracht gewoon heel leuk en interessant.”

Ongeveer 35 jaar geleden ze bij een gezin in huis en die mevrouw had haar pols gebroken. ,,Die mevrouw heeft me alles over de klederdracht geleerd, een sjulk opvouwen, strijken, glanzen met een ouderwetse bout. Het enige wat ik moeilijk vond en wat ik nooit goed geleerd heb, is hoe je moet stijven. Soms kwam ik bij mensen en dan lagen daar de rokken. Ze dachten niet dat ik ze zou kunnen opvouwen, dus wilden het zelf doen. Ik dacht dan bij mezelf: ‘Ik zal eens even laten zien wat ik kan’. In mum van tijd had ik de rok opgevouwen en onder het matras gelegd. Ze vroegen dan: ‘Waar is m’n rok?’. Ik liet zien dat ik de rok had gevouwen en onder het matras had gestopt. Ik kreeg altijd hele verbaasde blikken. Leuk toch, hoe een ‘vreemde’ het kan, maar dochters van mensen in klederdracht geen idee hebben.

Helaas zijn er nog maar weinig dames in klederdracht, ik vind dat wel jammer. Het hoort bij dit dorp, mar ik snap het wel hoor. Ik heb zelf ook een pak, maar ik vind het maar strak zitten om de nek.” Met het Spakenburgs dialect heeft de geboren Keientrekker geen moeite. ,,De eerste jaren vond ik het soms moeilijk om de mensen te verstaan, maar ik was snel ingeburgerd. Ik kan wel zeggen dat ik helemaal geïntegreerd ben, want ik kan de mensen verstaan, ze aantrekken en de haren opstrieken. Ik wacht nog steeds op een inburgeringsdiploma van de burgemeester”, lacht ze smakelijk.

Team

Collega’s maken je werk, zelfs als je alleen werkt, vindt Jacqueline. ,,We hebben een ontzettend fijn team en we kunnen goed met elkaar overleggen. Het is fysiek soms zwaar werk, vooral nu met het warme weer. Maar wat voor de een zwaar is, is voor de ander niet zwaar. We hebben het er goed over met elkaar. Je moet met elkaar zorg geven, dus op één lijn zitten. En dat gaat bij ons heel goed. Ik ben jarenlang de jongste geweest in ons team, maar sinds een aantal jaar krijg ik gelukkig jongere collega’s en daar ben ik hartstikke blij mee. Je moet natuurlijk wel blijven vernieuwen.

Mijn collega’s hadden geregeld dat ik van alle cliënten een kaart kreeg. Zo leuk en zo verrassend! Allemaal lieve woorden en gedichten kreeg ik.

Bedankt

Voor haar 40-jarig jubileum is Jacqueline in het zonnetje gezet. ,,Mijn collega’s hadden geregeld dat ik van alle cliënten een kaart kreeg. Zo leuk en zo verrassend! Allemaal lieve woorden en gedichten kreeg ik. Dan merk je weer hoe belangrijk je bent voor de mensen. Ze moet er na veertig jaar nog niet aan denken om te stoppen: ,,Ik moet nog werken tot ik 67 jaar en drie maanden ben. Ik ben nu 58, dus reken maar uit. Ik heb wel eens gezegd dat ik de vijftig jaar vol wil maken, dan ben ik 68.

Veertig jaar bij dezelfde werkgever klinkt eentonig en saai, maar dat was het niet. Want alles om mij heen veranderde altijd en ik kon lekker mijn ding blijven doen. Het werk en de cliënten veranderen, dus waarom zou je weggaan als je het naar je zin hebt? En weet je wat lekker is van het dorp? Als je in Spakenburg eindigt en het is mooi weer, dan fiets je over Eemdijk of via de Oostdijk naar Bunschoten toe. Ik vind het zo lekker om door de polder naar huis te fietsen. Daar kan ik nog steeds elke keer van genieten” sluit ze tevreden af.

Dit artikel is onlangs verschenen in De Bunschoter.